vrijdag 1 maart 2024

Aan Drika

    Aan Drika

Slechts éen keer heb ik je gezien, je was
gezeten in een Tesla, die de Lada
waar ik mee reed, passeerde in volle vaart,
de kennismaking kon niet korter zijn.

En toch, zij duurde lang genoeg om mij
het eindeloze levenspad met fletse lach
te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij
glimlachje liet ik meer, sinds ik je zag.

Waarom ook heb je van dat blonde haar
waar de engelen aan te kennen zijn? En dan,
waarom blauwe ogen, zo diep en helder,
je wist toch dat ik daar niet tegen kan?

En waarom mij dan zo voorbij gesneld
en niet als het stoplicht ging branden
mijn hoofd in je armen vast gekneld
en op mijn mond je lippen vastgedrukt?

Je vreesde mogelijk voor een botsing, maar Drika,
wat kon een zaliger moment zijn, dan ik, in mijn Lada
onder een helse vonkenregen en brekend blik
samen met jouw verpletterd te worden in een Tesla?

Louis Radstaak
(naar: Aan Rika van Piet Paaltjens)