Bromvlieg
de roodbaard-bromvlieg is van plan
om ondersteboven op het plafond te landen
hij stijgt op en maakt dan snel een draai
zodat hij het zolderwerk nadert met zijn poten
hij steekt zijn voorpoten met kleefhaartjes uit
landt op de plek die ‘Op Zijn Kop’ heet, trekt de
andere vier poten bij, zwaait het lichaam op
zijn plaats en daar hangt hij, de bromvlieg
maar niemand weet eigenlijk waarom hij dat doet
is er op het plafond meer te eten of wil hij/zij
indruk maken op een partner-roodbaard-bromvlieg
nog meer irritante bromvliegen maken
zijn voedsel bestaat uit rottend vlees, afval en stront
zijn ogen zijn rood, zijn antennes roze en zijn buik
is metaalblauw, het is een alien onder onze insecten
mogelijk dienen we hem al in zijn voortbestaan
met onze stroom van voortdurend vlees eten
onze stroom van voortdurend afval
en onze onophoudelijke stront.
Bunzings
in de schaduwrijke warme zomermiddag
bewoog ik langzaam over de Oude Vordenseweg
beter bekend als het ‘Pieterpad’ dat je van noord naar zuid
kunt wandelen van Pieterburen naar de Sint-Pietersberg
opeens werd ik aangekeken door vijf bunzings
zij schrokken van mijn aanwezigheid toen ze
wilden oversteken, ze bleven even doodstil staan
toen renden ze terug het bos in als groep
hun gezichten met wit omkranste ogen
die het vooral op kippen gemunt hebben
ze doden er meer dan ze op kunnen eten
ze waren zo van streek dat ze vergaten
mij achter te laten in hun zware bunzinggeuren
ik ging verder en rook terloops aan mijn oksels
blijkbaar vonden ze mij behoorlijk stinken
op deze warme, lome zomermiddag.
Vespula vulgaris
een gewone wesp liet zich vanmiddag om 17.33 neer
in mijn schuimend glas bier van Steenbrugge dubbel
hij deed zich te goed aan hetzelfde als ik:
alcohol met verlammingsverschijnselen.
helaas verloor hij zijn evenwicht en viel in het
wellustige Belgische Steenbrugge gerstenat
waar hij niet meer uit kon komen, ondanks het
gespartel van al zijn zes ledematen.
ik zag de naderende verdrinkingsdood aan
met naar men zegt een literaire interesse:
de dood met eigen ogen te aanschouwen,
dat is werkelijk niet aan ons allen gegeven!
toen ik hem ten onder zag gaan won
mijn medeleven het van mijn kille inborst:
ik redde hem (of was het een haar?)
met de opener van het Zuiderburenbier.
overgebracht naar een wit theekopje
zwalkte hij heen en weer over de rand van het
porselein, zag hoe zijn vliesvleugels verlamd waren
hoe de wespentaille zich keerde naar de tafel
zwalkend stond hij op een servet
zakte nog eens door zijn poten heen
tot hij plotseling linea recta wegvloog
om 17.42 richting Steenbrugge in België.
Concrete poetry
kwaak, kwaak, kwaak, kwaak,
grumb, grumb, grumb, grumb.
het nieuwe landschaps terrein
biedt heel veel onthaasting
zoals het zitten op een bank
kijken naar het landschap.
kwaak, kwaak, kwaak, kwaak,
grumb, grumb, grumb, grumb.
waar opeens een trein langsgaat
de “Twents”, van oost naar west
rollende geluiden van metaal op metaal
kadoeng, kadoeng, kadoeng.
kwaak, kwaak, kwaak, kwaak,
grumb, grumb, grumb, grumb.
vijf minuten later volgt een andere trein
van west naar oost, de “Blauwnet”,
rollende geluiden van metaal op metaal
kadoeng, kadoeng, kadoeng.
nu roepen de kikkers weer:
kwaak, kwaak, kwaak, kwaak,
grumb, grumb, grumb, grumb,
ze willen alleen maar: vleselijke liefde.
Papagaio do tráfico
de roodbaard-bromvlieg is van plan
om ondersteboven op het plafond te landen
hij stijgt op en maakt dan snel een draai
zodat hij het zolderwerk nadert met zijn poten
hij steekt zijn voorpoten met kleefhaartjes uit
landt op de plek die ‘Op Zijn Kop’ heet, trekt de
andere vier poten bij, zwaait het lichaam op
zijn plaats en daar hangt hij, de bromvlieg
maar niemand weet eigenlijk waarom hij dat doet
is er op het plafond meer te eten of wil hij/zij
indruk maken op een partner-roodbaard-bromvlieg
nog meer irritante bromvliegen maken
zijn voedsel bestaat uit rottend vlees, afval en stront
zijn ogen zijn rood, zijn antennes roze en zijn buik
is metaalblauw, het is een alien onder onze insecten
mogelijk dienen we hem al in zijn voortbestaan
met onze stroom van voortdurend vlees eten
onze stroom van voortdurend afval
en onze onophoudelijke stront.
Bunzings
in de schaduwrijke warme zomermiddag
bewoog ik langzaam over de Oude Vordenseweg
beter bekend als het ‘Pieterpad’ dat je van noord naar zuid
kunt wandelen van Pieterburen naar de Sint-Pietersberg
opeens werd ik aangekeken door vijf bunzings
zij schrokken van mijn aanwezigheid toen ze
wilden oversteken, ze bleven even doodstil staan
toen renden ze terug het bos in als groep
hun gezichten met wit omkranste ogen
die het vooral op kippen gemunt hebben
ze doden er meer dan ze op kunnen eten
ze waren zo van streek dat ze vergaten
mij achter te laten in hun zware bunzinggeuren
ik ging verder en rook terloops aan mijn oksels
blijkbaar vonden ze mij behoorlijk stinken
op deze warme, lome zomermiddag.
Vespula vulgaris
een gewone wesp liet zich vanmiddag om 17.33 neer
in mijn schuimend glas bier van Steenbrugge dubbel
hij deed zich te goed aan hetzelfde als ik:
alcohol met verlammingsverschijnselen.
helaas verloor hij zijn evenwicht en viel in het
wellustige Belgische Steenbrugge gerstenat
waar hij niet meer uit kon komen, ondanks het
gespartel van al zijn zes ledematen.
ik zag de naderende verdrinkingsdood aan
met naar men zegt een literaire interesse:
de dood met eigen ogen te aanschouwen,
dat is werkelijk niet aan ons allen gegeven!
toen ik hem ten onder zag gaan won
mijn medeleven het van mijn kille inborst:
ik redde hem (of was het een haar?)
met de opener van het Zuiderburenbier.
overgebracht naar een wit theekopje
zwalkte hij heen en weer over de rand van het
porselein, zag hoe zijn vliesvleugels verlamd waren
hoe de wespentaille zich keerde naar de tafel
zwalkend stond hij op een servet
zakte nog eens door zijn poten heen
tot hij plotseling linea recta wegvloog
om 17.42 richting Steenbrugge in België.
Concrete poetry
kwaak, kwaak, kwaak, kwaak,
grumb, grumb, grumb, grumb.
het nieuwe landschaps terrein
biedt heel veel onthaasting
zoals het zitten op een bank
kijken naar het landschap.
kwaak, kwaak, kwaak, kwaak,
grumb, grumb, grumb, grumb.
waar opeens een trein langsgaat
de “Twents”, van oost naar west
rollende geluiden van metaal op metaal
kadoeng, kadoeng, kadoeng.
kwaak, kwaak, kwaak, kwaak,
grumb, grumb, grumb, grumb.
vijf minuten later volgt een andere trein
van west naar oost, de “Blauwnet”,
rollende geluiden van metaal op metaal
kadoeng, kadoeng, kadoeng.
nu roepen de kikkers weer:
kwaak, kwaak, kwaak, kwaak,
grumb, grumb, grumb, grumb,
ze willen alleen maar: vleselijke liefde.
Papagaio do tráfico
Tijdens een inval in een drugspand
ontdekten politieagenten de papegaai
die naar alle waarschijnlijk speciaal
voor zijn functie getraind was, hij riep
als er agenten kwamen: ”Mamã, o polícia”.
Het nieuws ging rond als een lopend vuurtje
en inmiddels heeft de papegaai de
bijnaam papagaio do tráfico gekregen:
de drugsdealende papegaai.
Van het dealen is na zijn ‘arrestatie’
echter weinig meer gekomen.
Van spreken ook niet trouwens,
want sinds de inbeslagname heeft
de papegaai geen woord meer gezegd.
De vogel wordt tijdelijk opgevangen
in een dierentuin. Daar wordt gekeken
of het dier in staat is om te vliegen.
Als dat zo is, wordt hij losgelaten in
de vrije natuur waar hij dan opnieuw
luidkeels kan roepen: ”Mamã, o polícia”.
Letterzetter
de letterzetter ofwel Ips Typographus
is een klein insect dat zich tegoed doet
aan fijnsparren en andere denachtigen
het is een kleine schorskever, zijn lichaam
is bedekt met geelbruine haren en hij zoekt
naar beschadigde bomen of die omgevallen zijn
eenmaal binnengedrongen begint hij met
een paringskamer te graven en als die klaar is
scheidt hij een stof af die vrouwen moet lokken
het mannetje paart met twee tot drie dames
waarna deze verder graven onder de schors
ze leggen tientallen eitjes in een circa 15 cm lange gang
de larven die daaruit komen eten weer nieuwe gangen
dwars op de moedergang, dit veroorzaakt een karakteristiek
patroon waarbij het lijkt of er een boekwerk is geschreven
vandaar de naam letterzetter, wat een uitgestorven beroep is
hij die het beoefende droeg meestel een grijze stofjas
waarin hij zijn dagen sleet over de galeien van de zetbok
er is voor zover ik weet nooit een prijs uitgereikt zoals een
glanzende, tweedelige, donkerblauwe Ips Typographus
aan een brave letterzetter voor zijn noeste arbeid.
Spechtglanzende, tweedelige, donkerblauwe Ips Typographus
aan een brave letterzetter voor zijn noeste arbeid.
op het erf sta ik naar een wrakke eik te kijken
op de stam zit een specht te hameren
het geluid verandert, het wordt hoger
maar ook anders van toon
een specht heeft nooit hoofdpijn
want zijn hersenen zitten goed ingepakt
zijn brein heeft weinig hersenvocht
en is heel glad van oppervlak
als hij met zeven meter per seconde
in een boom staat te rammen
het is waar dat hij kort voor zijn pikwerk
een 'spierenairbag' aan kan zetten
kort voordat de specht hamert
trekt hij zijn spieren samen
waardoor de ergste klap door relatief
veerkrachtige beenderen wordt opgevangen
ook blijkt hij kort voordat hij begint
zijn ogen sluit, niemand die daarvan het fijne weet
angst voor rondvliegende houtsplinters?
of ogen die uit hun kassen springen?
Flirtende watervogels
op mijn fiets langs het kanaal
zie ik een stel watervogels flirten
langzaam stop ik en schuif wat naar het water
zodat ik niemand in de weg sta
in mijn ooghoeken zie ik een rijkspolitiebusje
dat ook vaart mindert om het drietal te bekijken
ik kijk er even naar en denk: een politiebusje...
niemand zou denken dat ik iets kwaads in de zin heb
een zeventigjarige die een pet draagt tegen de kou
maar wel ooit een vogeltje verwondde met een geweer
ik denk dat ik toen tien of elf jaar oud was
en dat mijn oudere zus heel kwaad werd
ze eiste dat ik de mus zou doden wat ik toen maar
deed met de van de buren geleende windbuks.
Deinocroton draculi
ik had mij vastgeklemd met mijn
chelicerae, een naald met weerhaken
aan een gevederde dinosauriër in Myanmar.
een druppel dennenhars lekte op ons
zo werden wij tot een barnsteen fossiel
ze noemden mij de 'verschrikkelijke Dracula teek'.
het is nu 100 miljoen jaar later
wij stammen af van deze 'teek' en vallen
nu alles lastig dat bloed heeft, bovendien
zit er in ons speeksel de Borelia burgdorferia,
genaamd naar de Amerikaan Willy Burgdorf
waarmee we onze slachtoffers verlammen,
die hebben dan de ziekte van Lyme, naar
de plaats die ons het eerst ontdekte.
vaak weten ze niet eens hoe dat komt
want wij laten niet altijd rode kringen na
op de huid waarin wij binnendringen.
wij zijn een plaag als het meer is dan
vijf graden Celsius in het gras
op de arme zandgrond in dit land.
daarom denken wij dat niet god heerst
over deze planeet, maar wij, kleine,
nietige en verdoemde beestjes.
Processierups
hij zit achter zijn beeldscherm te
overdenken hoe hij dit beest moet vangen
in een strook die om de stam gewikkeld wordt
met het waarschuwende "Pas op!!"
de rups moet een guitig snuitje hebben
behaard zijn en met een brede bek
waarmee hij de zomereik kaalvreet
om dan te verpoppen tot een nachtvlinder
de rups gaat in een processie voort met zijn kaken
de bladeren van de boom te vermalen en
en passant ook de huid van een voorbijganger
met jeuk en bulten te kwellen door zijn beharing
die hem buiten zichzelf doen treden in de pixels
van de breedbeeld monitor die alle informatie toelaat
zelfs dat teken met de tekst: "recycled plastics"
"recycle, recycle, recycle", denkt de eetlezende rups
maar dat is een vleesgeworden ontwerpers fantasie.
Crash
het winterkoninkje is per ongeluk in de deel gevlogen,
het vliegt tegen een ruit en valt bewusteloos neer.
hij probeert een mond op snavel beademing,
warempel, het lukt, het vogeltje komt bij.
het pikt in zijn vleugels en zijn staart
gaat weer rechtop staan, net als bij de Bell X-1,
het eerste supersonische vliegtuig,
bijgenaamd 'Glamorous Glennis'.
het winterkoninkje taxiet achter een
grote Vingerhoedskruid en start dan door,
het bos in en laat de kleine nazaten achter
in een Clematis die al in de rui is door de warmte.
Bell Aircraft Corporation en zijn verzekering
zullen niets uitkeren voor dit verlies.
zullen niets uitkeren voor dit verlies.
in het groene gras zag ik iets kleurigs
toen ik dichterbij kwam bleek het een
masker te zijn in rood met donkere figuren
het leek een Afrikaans beeld met in het zwart
een sluike kuif, grote ogen en een brede neus
met mond voor de medicijnman of 'sangoma'.
het kruipt traag voort langs de stengels
zijn paartijd duurt lang, van twaalf uur
tot zeven dagen is hun gezamenlijk genot
de wants maakt giftige stoffen aan tegen vogels
is mogelijk ook goed als geneesmiddel
voor onze rechtopgaande soort.
al bijna veertig jaar woon ik op deze plek
nog nooit had ik een vuurwants gezien
over twee dagen gaat het hier donderen,
bliksemen en kruipen de wantsen nog
dichter op elkaar in de grote lindes
tegen het akelige hemelvuurwerk,
dat de Heer willekeurig omlaag slingert.
Micro-organisme
bacterie 'ademt' nitraat in
bacterie 'ademt' methaan in
bacterie 'ademt' pure stikstof uit
rode en groene vormen bewegen
zich in een troebele, donkere vloeistof
maken zich nuttig op de bodem
van het baggerslib in het Twentekanaal
waar een veevoederfabriek staat in Lochem
roerloos en kaarsrecht zonder
in danwel uit te ademen,
ogenschijnlijk.
Verdwijn, zwijn
langs wegen waar wilde zwijnen vertoeven
in wegbermen die door zwijnen omgewoeld worden.
losgewoelde wegkanten worden door de
zwijnverdwijnblokken verhard.
waterafvoer wordt direct naast de
wegkant verbeterd waardoor strooizout
niet over de berm uitloopt en direct wordt
afgevoerd naar beneden in de putten.
berm bodem zal evenwel minder
proteïnen bevatten.
wilde zwijnen zullen zich verder van de
wegrand ophouden waardoor
de kans op ongelukken vermindert.
blokken hebben scherpe randen en de
blokken hebben scherpe randen en de
zwijnen willen hun gevoelige neus niet
beschadigen door de blokken
ondersteboven te woelen.
omdat de mineralen en zouten niet meer
bereikbaar zijn voor de zwijnen,
zal de aantrekkingskracht van
wegkanten verdwijnen.
zal de aantrekkingskracht van
wegkanten verdwijnen.
berijden van de berm zal door
zwijnverdwijnblokken de noodzakelijke
correctie van het voertuig makkelijker zijn,
correctie van het voertuig makkelijker zijn,
waardoor eenzijdige ongevallen
zullen afnemen.
bermen zijn door de waterafvoer
en berging in de blokken
sneller droog waardoor de
weg veiliger is en het onderhoud
aan de berm geringer.
Waarneming op 13 oktober bij 20 graden Celsius
In de kruidentuin van de Mallumse
Molen vond ik een dode Brandgans
op het betonnen pad van stenen over het
water van de vijver in Japanse stijl
aan de overkant zat een bruin verroest metalen insect
even dacht ik aan een grote sprinkhaan schaal ongeveer 100:1
maar het was een betonijzeren Eibergse libelle
ik bracht de Brandgans naar een container
zijn leerachtige poten waren warm van de zon
daarna fietste ik terug naar de Ter Braakstraat
het was nog steeds zó warm.
Gewone pad
Op het pad door 'Le Grand Champ'
ontmoette ik een klein padje
dat uit een muizenhol kroop
hij keek mij sluw aan met zijn bologen
boven zijn brede kakementen
is hij de dood die ik hier zie...
is hij een gezant van de duivel...
is hij gierig of wellicht giftig...
de groene paddenvlieg
kan een pad te gronde richten
door hem in zijn neusgaten
binnen te dringen als een larf
hij vreet zich door de slijmvliezen
naar de oogholten en de hersenen
daar krijgt de pad twee grote gaten
in zijn kop en sterft dan spoedig
de larven zijn maden geworden
verpoppen zich en besmetten weer
andere padden van deze soort:
gewone pad (bufo bufo).
Koedood
de krengenwagen stopte bij boer Bouwmeester
de chauffeur was op afstand bezig met een grijper
ik stopte en keek naar de achterkant van een koe
(dacht onder de kledder te komen bij grijperdruk)
behoedzaam werd zij getild naar een plek
linksachter tussen de overige resten
daar verdween zij, op haar rug
de kleppen sloten zich weer
ik sloeg een kruis
de bestuurder lachte
en zei iets onverstaanbaars:
was het: In aethernum
ofwel Deo volente...
Barbus Barbus
eend zeilt voorbij de ruïne 'Nieuwenbeek'
dwars ligt hij op de waterstroming
vaart langs een rood kribbenbaken
richting opening zandgat
ganzen gakken boven ons op
Eerste Kerstdag: ruim boven nul
'Hier geldt een alcoholverbod'
meldt een gebutst bord
het water klotst een zacht
"gluuh, gluuh" boven de
schim van het 'Oude Weiland'
naast het gat liggen de resten
van boerderij het 'Nieuwe Weiland'
drie lindes, wat struiken en bakstenen
markeren de plaats van iets dat
dichtbij lag van de stroom
die nu heen en weer deint
in de bek van een groot dier
dat ligt in de bocht van de IJssel:
een dikke, brute barbeel,
grote vis met bekdraden,
(Barbus Barbus in het Latijn)
meer dan zeventig centimeter!
ver van boven gezien
op de luchtfoto in Google.
Pissebed
wat wist ik weinig van de pissebed
niet eens dat het een kreeftachtige was
die lang geleden aan land ging
en daar ook 'keldermot' heet
een taxonomische vergissing
wat wist ik van zijn liefdesleven
zoals het trommelen op het vrouwtje
om toegang tot haar twee vagina's te verkrijgen
hij steunt met twee peniskokers zijn piemel
die hij het liefst gebruikt in diagonale positie
er is ook een ondersoort die niet aan sex doet
de paarse drieoogjes (allen vrouwtjes) klonen zichzelf
één op de duizend van hun spierwitte jongen
is niettemin toch man, al blijkt hij steriel
wat wist ik van de pissebed als geneesmiddel
zoals gedroogd geslikt bij maagklachten
vermalen in een smeersel bij keelklachten
gekookt in pap voor bedplassende kinderen
wat wist ik weinig van pissebedden
totdat ik ze vond onder een fietsbeldop
die neergelegd was op een rottende paal
ver van de zee door een vinder in de hoop
dat de eigenaar van de signaalloze fiets
hem daar op een dag terug zou nemen
en niet op de pislucht zou letten.
Ooggetuige
op 11 september 2010
zag ik met eigen ogen dat:
de vriendelijke pianolerares
met het Sunlightzeepgeboende gezicht
met de stevige, iets te harde aanslag
bij het laatste licht van de zonsondergang
achter het raam van haar huiskamer
met een donkerblauwe vliegenmepper
in opperste concentratie en vastbesloten
met in vreemde hoeken gebogen armen
met een wonderlijk getordeerde tors
kennelijk bij vol bewustzijn bezig was
een grote zwarte bromvlieg
van het irritante leven te beroven
zonder haar eigen glazen in te gooien.
Abseilen
ik haat de hoogte, vrees hem diep
maar elke zomer doe ik het weer:
'grond' aan een dunne zijden draad
naar die begeerlijke begane grond.
gedecideerd daal ik af van het rieten dak
laat mij zakken in telkens vier schokken
ik doe het niet voor de adrenalinekick
of als actie voor een kerkrestauratie
dit is voor mij geen vrijgezellenfeest
het is een hoger, heilig moeten.
ik hang even stil om lucht te happen
die is zo ijl op deze grote hoogte
de zon doet zeer aan mijn zes ogen
de wind laat mij zacht slingeren.
nu nog de laatste decimeters
vol hoogtevrees en dieptelust
bengel ik boven de bodem
denk aan grote namen
doe mij voorgingen:
Edmund Hillary
Tenzing Norgay
Achille Compagnoni
Lino Lacedelli
Junko Tabei
en straks ik:
Pieris Brassicae
alias 'Groot Koolwitje'.
Dood paard
iemand vertelde mij dat
een paard dood kan gaan als het
lang in dezelfde houding ligt
het paard in de trailer voor mij
gaat sneller dan het ooit zelf kan lopen
en lijkt dat heel gewoon te vinden
vervoer van dieren is immoreel
voor kippen lijkt het nog een schoolreisje
maar varkens weten heel goed wat hun wacht
iemand vertelde mij dat
de slachterij naast het kerkhof
wordt stilgelegd bij een teraardebestelling
intussen speelt het toneelgezelschap
Dood Paard ergens in het land
een stuk van Arthur Schnitzler
auteur uit het Freudiaanse Wenen
met de befaamde rijschool
vol levendige Lippizaner hengsten
iemand vertelde mij dat
het houden van veel paarden
een zware druk legt op het milieu
het paard van de buren
doet tergend langzaam beentje over
terwijl de ploeg achter hem kantelt
ik zit achter mijn bureau
te schuiven met paperassen
het lijkt op trekken aan een dood paard
ik zit al heel lang in dezelfde houding.
'La Cucaracha'
deskundigen zeggen:
het lichaam is naïef
wanneer het een ziekteverwekker
niet herkent door afweerstoffen
aan te maken voor de strijd
hoe zit dat met de kinderlijke ziel
wat doet die tegen indringers
kan deze antilichamen aanmaken
tegen boze verdorven geesten?
het lichaam was naïef
toen het 'La Cucaracha' zong
het had nog nooit een kakkerlak gezien
laat staan een Mexicaan
de griepprik in november
is dit jaar gedrenkt in mescal
de dokter draagt een sombrero
boven sterk ingevallen wangen
en diep liggende oogkassen
het lichaam is misschien naïef
als het de kakkerlakken niet herkent
die massaal willen binnendringen
om de zaak voorgoed over te nemen
de ziel ontsnapt op tijd en neuriet kinderlijk:
"La Cucaracha, La Cucaracha,
ze gooiden hem een dode hond na".
Ballonvaart
boven de rivier drijft een heteluchtballon
een mandje vol mensen en hoogtevrees
weerspiegeld in het donkere water
de brandervlam gloeit op in het oppervlak
een vis hapt en brandt zijn gulzige lippen
het beeld van de luchtballon verwatert
de eerste bemande luchtvaart
van de gebroeders Montgolfier
werd uitgevoerd door dieren:
een eend, een haan en een lam
de broers konden niet vermoeden
dat mensen nu massaal spelevaren
boven rivieren, kanalen en landerijen
met eenden, hanen en lammeren
zij glijden over het landschap
in hun brandbare schuit
zij zien de vissen glinsteren
gasbrander aan, gasbrander uit
onder de heteluchtballon drijft de rivier
een mandje vol vissen en dieptelust
weerspiegeld in de heldere hemel.
'Puijila darwini'
ik ben zo blij dat ik ontdekt ben
na 23 miljoen jaar wachten
in de bodem van Devon Island
ik ben zo blij dat ik opgegraven ben
nadat ik hier leefde in Canada
bij de Inuit van Nunavut
ik ben zo blij dat ik geëvolueerd ben
uit een hond met watervrees
tot een die leerde zwemmen
ik ben zo blij dat ik voorspeld ben
als de 'missing link' bij de zeehonden
door de profeet Charles Darwin
ik ben zo blij dat ik nu een naam heb
'jong zeezoogdier' heet ik in het Inuktitut
'Puijila darwini' in wetenschappelijk Latijn
ik ben zo blij dat ik het hier en nu
op het een hevig blaffen ga zetten
tegen de grote volle maan:
"Charles-Charles-Charles
Dar-Dar-Dar-Dar-
Win-Win-Win".
IJsvogel
hongerig zit ik op een tak
te kijken naar de pret op het ijs
waar mannen glijden met hun muze
huisvaders worden waaghalzen
verdwijnen spoorloos in een wak
om op te duiken als treurig nieuws
'SCHAATSER ZIET AUTO ONDER HET IJS'
al zeven jaar is de Lelijke Eend vermist
het is een roestige amphibie geworden
ze noemen onze soort 'ijsvogel'
vanwege de metaalachtige glans
naar het Duits voor 'Eisen'
soms breken we onze nek
bij het duiken naar vis
in water dat bevroren is
hongerig zit ik op een tak
te kijken naar de pret op het ijs
waar mensen broze botten breken
in naam van de firma Nooitgedagt
achter mij aan de horizon in IJlst.
Sprinkhanen
in het bruine café heb ik een kleine groene vriendin
ze zit beurtelings op mijn hoofd, mijn hand, mijn nek
ze ziet me helemaal zitten met haar grote ogen
en haar lange benen elegant gevouwen in een knik
het café staat in de nabijheid van Duitsland
maar binnen het gemeenschappelijke taalgebied
sprinkhanen kennen geen grenzen
zelfs niet die van het gehoor
thuis (ze heeft me dan verlaten voor een ander)
zet ik de B-kant van een langspeelplaat op:
'GESÄNGE DER HEIMISCHEN HEUSCHRECKEN
Akustisch-optische Bestimmungshilfe'
onder het luisteren bekijk ik de hoes:
subtiele oscillogrammen van 48 soorten
en de beschrijving van hun zang:
verzen met vier lettergrepen
elke lettergreep bevat meerdere pulsen
afhankelijk van de temperatuur
en de aanwezigheid van vrouwtjes of rivalen
ze zingen zelfs met klemtonen
de 'k' kan soms gedeeltelijk ontbreken
bij dat van Chortippus Mollis
dan lijkt het veel op dat van
Myrmeleottix maculatus (bij 28˚C)
allebei veld-sprinkhanen
uit Nedersaksen.
Krekels
Zien doe ik ze wel overdag
in het hooikleurige gras
maar horen kan ik ze niet
in de warme nazomernacht
span ik mij in voor het open raam
hoor ik vaag nog iets tsjirpen?
of zijn het mijn synapsen
knetterend in het brein
het is daar nooit stil:
hits van toen
reclames van nu
draaiorgelmuziek
dweilorkesten
winkelstraatmuzak
meezingers
geouwehoer
en soms een inwendige pieptoon:
message: 'memory full'
ook een totaal dove
stopt soms de vingers in de oren
wil dat ze ophouden met tsjirpen
die krekels van binnen
tssssrrrrrrrttt
tssssrrrrrrrttt
tssssrrrrrrrttt
ssstt!!
ssstt!!
Libelle
het lijfblad van mijn moeder
gevouwen tot vier vliesvleugels
op een slanke romp zonder kenteken
landt doorgaans op mijn witte tors
als die blakert op de stretcher
maar nu op het opengevouwen boek
"De mooiste van Ungaretti"
bijna tegelijk ook drie vliegen
onderlinge verschillend in grootte
maar ook ten opzichte van hun verre tante
zij lijken niet te begrijpen
waarom ik hier zit bij de bergkap
op een morsige keukenstoel
met de rug naar de avondzon
met een glas rode huiswijn en
ontroerd door de schaarse regels
bovenin het verblindende papierwit
van de dichter uit Alexandrië
misschien wanen zij zich
in het wit van zijn woestijn
dat de warmte reflecteert
op hun tors en tracheeën
misschien.
Gehandicapte
terwijl ik mijn fiets leid aan de hand
word ik door een gehandicapte geroerd
hij staat te wiebelen op de trottoirband
het is een wilde eend, een woerd
eerst voelt hij met zijn rechterpoot
hoe diep het water is van die asfaltsloot
en als hij denkt daar te kunnen staan
komt ook het linkerbeen eraan
hij deint nog even na zo
net als een Deux Chevaux
en waggelt dan naar de wegas
alsof hij daar nooit weg was
het is een trotse minder valide
hij maakt mij behoorlijk timide
op een mountainbike lijk ik dan wel iets
maar in het koude water ben ik niets
hij trekt een arrogante snavel
boven zijn dik behaarde navel
vanwege het wringen van zijn wokkel
in het lijfje van een eendenmokkel
de trein uit Hengelo komt nader
ik denk aan de lichte dichter
die alle mannetjeseenden
liet uitstappen in Woerden
de zon gaat oranje ten onder
de woerd wordt langzaam een stip
hij denkt al aan een nieuwe wip
op het gehandicaptenvlonder.
Armadillo
ik zit gegordeld tussen dieren
van meest betere komaf
ik klaag niet, ik constateer:
bij mij is die minder, bij hun meer
ze kwebbelen honderduit
ze zijn voornamelijk 'onder ons'
ze vangen elkaar de vliegen af
zoals jaloerse kameleons
de meeste dieren bedrijven cultuur
het is in feite hun eerste natuur
ze schilderen, schrijven, dichten, musiceren
je hoeft hun eigenlijk niks te leren
van buiten is het beest verbaal geharnast
van binnen een omgevallen boekenkast
er is maar weinig dat zo'n dier kan deren
behalve het intellectueel onteren
de dieren drinken wodka, wijn en water
soms heeft er een een glaasje bier
dat is dan misschien een lager dier
dat bang is voor een flinke kater
de dierengordel knort genoeglijk
maar ik zit liever zwijgzaam hier
ik voel me nogal onbehaaglijk
nabij het grachtengordeldier.
Zanglijster
piejoet, piejoet, piejoet
tuuduut, tuuduut, tuuduut,
pjiew, pjiew, pjiew
zang van zonsopgang
tot zonsondergang
zonder pauze
onzichtbaar in de bosrand
maar luid en duidelijk hoorbaar
de kleine Turdus Philomelus
piejoet, piejoet, piejoet
tuuduut, tuuduut, tuuduut,
pjiew, pjiew, pjiew
zijn maaltijd van huisjesslakken
schijnt het altijd op dezelfde steen
kapot te laten smakken
het maakt zijn nest
heel glad van binnen
vanwege een tere huid
piejoet, piejoet, piejoet
tuuduut, tuuduut, tuuduut,
pjiew, pjiew, pjiew
het snerpt doordringend
komt riedelen in mijn hoofd
gaat zitten op mijn hersenstam
nu hoor ik het toch goed:
zijn rappende lokroep
is in het Nedersaksisch
bah bah, bah bah, bah bah
boh foi, boh foi, boh foi
mien duch, mien duch, mien duch
't is 'et vögeltjen van Hans Keuper
de zanger van 'Boh Foi Toch':
Turdus Ceuperus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten