zondag 31 maart 2013

Doordraaien


Doordraaien

door een hoog opgeschoten grasveld
waadt hij naar de rand, er waait een zoele wind
hij ziet de bomen in herfstige kleuren
okergeel en warmrood buigen in de bries

aan de overkant ligt helgroen gras
bijeen geveegd slordige hopen
vlak voor hem staat een dikke oude boom
er slingert snel een object rond aan de staart
die vastzit aan de eik
als het eindelijk tot rust komt
blijkt hij een stier

hij kijkt naar zijn gezicht
het is diep bewusteloos
verder weg staat de toren
te bewegen in de zuidwester

dit betekent het einde
van de stier in hem.




Geen opmerkingen: