maandag 16 december 2024
Chatgesprek
zondag 24 november 2024
Weer
maandag 28 oktober 2024
Wolf
Wolf groeide op in het kleurrijke gezin Taveirne in Oostende
zijn moeder gebruikte vloekende kleuren in de zelfgemaakte kledij
net als James Ensor dat deed in zijn schilderijen
de naam Taveirne is te verbasteren tot taveerne
een plek waar men het niet zo nauw neemt
met de heersende zeden van het volk
Wolf wilde schrijver worden maar zijn zus Lara werd het
een vrouw met helblauwe ogen en zwart haar
die je ook gemakkelijk kon verslijten voor een taveernehoudster
de aanstaande schrijver vertrekt op zijn achttiende
met zijn kapitaal uit Oostende en laat niet meer van zich horen
tot grote schrik van zijn vader die hem dagelijks een e-mail stuurt
zij weten niet dat hij een treinreis maakt naar Lapland
dat hij een Moleskine notitieboek bij zich draagt
waarin hij zijn dagen vastlegt als een mol
onderweg loopt hij op handen en voeten
veert licht door zijn ledematen, zo licht
als een echte weerwolf in het maanlicht
hij droomt van het zichzelf begraven
in de met sneeuw bedekte bergen van Lapland
zoals Kerouac het beschreef in Eenzame reiziger
Wolf wilde schrijver worden maar hij reisde de verbeelding achterna
de verbeelding die hij letterlijk volgde tot zijn dood
na een half jaar in de Laplandse bossen
zijn moeder hoorde aan het rinkelen van de telefoon
dat het een bericht van de politie moest zijn over zijn afscheid
van het kleurrijke, vloekende leven in Oostende.
maandag 2 september 2024
Brands Hatch
Brands Hatch
langer dan tien jaar geleden keek ik naar
een motorsport race op Brands Hatch
het heuvelachtige circuit in het graafschap Kent
het ging om een race in de 250 cc klasse
drie rijders reden op haren en snaren
om de trofee: een spuuglelijke beker
ze gingen bij een bocht hard naar beneden
gedriëen van achteren gefilmd: zwiep naar links,
zwiep naar rechts
de commentatoren kreten het enthousiast uit:
"Look at that, poetry going down the hill!"
de eerste keer dat ik motorpoëzie hoorde.
vrijdag 26 juli 2024
Ei zo na (Vlaams voor bijna)
zij pakte mijn hoofd, het leek heel groot
ik schatte het in lengte op ei zo na één meter
te draaien op mijn machine met een Intel processor, ooh
wat een ei zo na fysieke gruwel was dat destijds in 2006…
sprak ei zo na vloeiend Duits zonder zijn nek te breken
over die vermaledijde moeilijke naamvallen
staat op een sokkel in glas
is ei zo na gewoontjes gekleed
ik kan de dooiwind ei zo na ruiken
die morrelt aan de vale luiken
het was heel vroeg in de zondag
nog ei zo na niemand was er op de been
bedekt poedersneeuw de straat
lijkt een witte poedel ei zo na geel
zijn vliegtuig landde op Schiphol
hij vloeide ei zo na vanzelf naar buiten
achterwiel rolde onder de auto en
met een ei zo na onoverbrugbare achterstand
ik heb vier desmodromische koppen
hiermee ben ik ei zo na niet te kloppen
al ei zo na veertig jaar woon ik op deze plek
nog nooit had ik een vuurwants gezien
"De mooiste van Ungaretti"
ei zo na tegelijk ook drie vliegen.
zaterdag 16 maart 2024
Zeeziek
Zeeziek
Bob Dylan was aan boord van de veerboot
naar Ierland, net als zijn vrouw, zij lagen hoofd
aan hoofd tegenover elkaar in een lange kajuit,
zij gingen varen vanuit Holyhead naar Dublin
iemand kwam op het idee hem vast te
binden aan de mast terwijl hij zijn nummer
“When the ship comes in” voor de microfoon
moest zingen terwijl de hevige storm opkwam
ik keek toe en moest braken van de pinda’s
en het Engelse bier dat ik al te graag dronk
en inderdaad: daar kwam de vervormde tekst:
Theee hoouurr thaatt thhee sshhiipp ccommes iiin
Aaannd I will dieee foooor theee kkkiinngg…
maar die regel was niet letterlijk van hem
ik keek toe en moest braken van de pinda’s
en het Engelse bier dat ik al te graag dronk
ik wenste dat de Ierse luchtmacht mij zou halen
dat ik nooit meer links zou hoeven rijden in Dublin
ik keek toe en moest braken van de pinda’s
en het Engelse bier dat ik al te graag dronk
en mij zo verschrikkelijk zeeziek maakte
"Toen het schip binnen voer".
vrijdag 1 maart 2024
Aan Drika
Slechts éen keer heb ik je gezien, je was
gezeten in een Tesla, die de Lada
waar ik mee reed, passeerde in volle vaart,
de kennismaking kon niet korter zijn.
En toch, zij duurde lang genoeg om mij
het eindeloze levenspad met fletse lach
te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij
glimlachje liet ik meer, sinds ik je zag.
Waarom ook heb je van dat blonde haar
waar de engelen aan te kennen zijn? En dan,
waarom blauwe ogen, zo diep en helder,
je wist toch dat ik daar niet tegen kan?
En waarom mij dan zo voorbij gesneld
en niet als het stoplicht ging branden
mijn hoofd in je armen vast gekneld
en op mijn mond je lippen vastgedrukt?
Je vreesde mogelijk voor een botsing, maar Drika,
wat kon een zaliger moment zijn, dan ik, in mijn Lada
onder een helse vonkenregen en brekend blik
samen met jouw verpletterd te worden in een Tesla?
Louis Radstaak
(naar: Aan Rika van Piet Paaltjens)