haar voorhoofd wordt ontsierd
door een volumineuze bril
daar komt de verpleegzuster
om hem bloed af te nemen
hij wendt zich af van het tafereel
ligt machteloos onder haar handen
ze masseert zijn arm en gemakkelijk
brengt ze de naald naar binnen
zij ziet door de brilleglazen
een magische buis vol vaten
waarin het bloed doorstroomt
zelfs buiten hem in het vaatje
vriendelijk kijkt ze hem aan
de prik was pijnloos, zegt hij
ze zei: ik ben zuster Evena, zijn ogen
losten op in haar brillenglazen.