vrijdag 17 januari 2020

Poging tot landschappelijk gedicht

Poging tot landschappelijk gedicht

stelde mij voor dat ik bij veel plaatsen
in de Gelderse Achterhoek het juiste gedicht
kon maken, zoals bij een brug over een beek
een treffend gezicht op de S-bocht:

aan een kant de mooie bladeren van een beukenbosje,
aan de andere kant het gezicht op de molen in de verte

of had ik het kalme stromen van het water
moeten noemen en de prachtige planten
ter weerszijden van de beek ‘Veengoot’
ter hoogte van de buurtschap Linde.

maar dit was het eigenlijk: die zwenking
van mijzelf in de s-bocht, van de ene kant
van de beek naar de andere kant, het
volkomen verschillende perspectief, alsof
er twee schilders aan te pas kwamen
twee landschappen in een dromerige stijl.

dit was maar een poging
dit was maar een poging tot
dit was maar een poging tot landschappelijk
dit was maar een poging tot landschappelijk gedicht.