zondag 20 juli 2008

Supernova


Supernova

de zon ontploft verblindend
noodgedwongen stop ik om
zijn ondergang af te wachten
stap uit om foto's te maken
de straat is vervuld van kermislawaai
versierd met smiley-zonnebloemen
in de zoeker heb ik zon en bloem op één lijn
de smiley heeft een stralende halo
de straat staat in een onwerkelijk licht
dronken mensen werpen lange schaduwen
en gooien met bekers vol bier
ik rij voorzichtig verder langs de feesttent
die de andere weghelft verspert
en draai het portierraam dicht
voordat het nat naar binnen gutst

...en Hij zeide: "Ziet, ik maak alle dingen nieuw"
zo zal de jongste dag zijn in Halle
niet eerder zag ik zo'n waanzinnig licht
zelfs in de blik van de mensen
lag de flits van een supernova.


'Supernova' werd afgedrukt in 'Op Ruwe Planken', jaargang 13, nr. 1
van de vakgroep Nederlands aan de Radboud Universiteit Nijmegen. 

donderdag 17 juli 2008

Bredevoort 1963


Bredevoort 1963

de winter is zeer streng in 1963
gymnastiek is vandaag niet waar die hoort
maar op de gracht in Bredevoort

we trekken als bikkels een baantje
we houden een sprintwedstrijd
en schaatsend vergeten we de ijstijd

in Bredevoort zit iedereen binnen
men huivert om buiten te zijn
of ooit een boekwinkel te beginnen

de stad is stil en uitgestorven
alleen het gekras van onze schaatsen
horen wij zelf ergens weerkaatsen

verkleumd komen wij terug op school
van dit vernikkelende gymnastiekuur
en ontdooien pas bij het smidsvuur

wij: van den Berg, Demkes, van Dieren
de Mos, Obbink, Radstaak, te Slaa
metaalbewerkers van klas 3A

na 1963 zijn wij niet meer gehoord
op het ijs van de gracht in Bredevoort
de winters werden steeds zachter

de poolkappen smolten weg
de woestijn rukte op naar het noorden
stuifzand bedekte onze woorden

de stad lijkt te liggen in de Kalahari
de inwoners zitten opnieuw binnen
te browsen op hun laptops met Safari.

maandag 14 juli 2008

Spiegelreflex

Spiegelreflex

tijdens een wandeling in Ierland
valt mijn Ricoh in het natte veen
de lens kijkt mij nog even hulpeloos aan
dan zakt het oog door de heide heen
ik pak hem op in een reflex en zie tegelijkertijd
dat de veenlaag om mij heen deint
mijn nekharen gaan overeind
mijn ziel wordt opeens van rubber
maak dat ik wegkom uit deze blubber

tijdens een wandeling in schemerig Wit-Rusland
valt mijn Ricoh op de harde grond
als ik hem opraap zie ik in een reflex
de put waarin ik had kunnen vallen
de camera heeft een flinke buts
net als die in mijn vertrouwen
op de slordige Publieke Werken
van dit land naast Litouwen

mijn Ricoh camera kijkt mij dof aan
het lot heeft ons aaneengesmeed
samen in onbruik op een digitale planeet.

donderdag 10 juli 2008

Hola

Hola

Later begreep ik dat het Spaans is voor 'hallo'
maar toen sierde de naam een frisgroene machine
vervaardigd door Hoopman Landbouwwerktuigen te Ijzerlo
het was de tijd van vliegende schotels en ufo's
en deze machine had dezelfde looks
de schijf onder een hoek van ± 45 graden
deed iets dat je alleen maar kon raden
achter het apparaat verscheen een keurige rij
blozende knollen ontdaan van hun loof
het was een mechanisch wereldwonder
nooit hoefde je meer knollen te plukken
met koude blote handen:
altijd in november,
altijd in de regen,
altijd in Ijzerlo.

Fujifilm

Fujifilm

in Regensburg schoot ik mijn eerste Fujifilm van 350 x 240 pixels
een lichtreclame op een zuil toont beverig in rood de tekst:
*** 22.5.04 *** 9.19.pm *** Ein schoenes Wochenende wuenscht ihnen das Team des BR-Studios Ostbayern ***
heimelijk vond ik het een meesterwerk.


Camera loopt

Camera loopt

de westenwind gaat mee op de fiets
net als de stekend felle avondzon
die een gebruinde passant verblindt
gejaagd in de tegenwind door iets.

naast mij hoor ik een neuriën
een oudere vrouw in witte broek
gaat mij gemakkelijk voorbij met kuiten
in elektrisch ondersteunde kousen.

weer word ik ingehaald
nu door een paartje op een brommer
op de verkeersdrempel hikt het geluid
het meisje achterop zakt nog schever.

het jongetje valt van zijn fiets
de moeder troost het met de woorden:
"Oh, wat een zoute tranen proef ik!!"
gesproken uit een sensuele mond.

een magere gepensioneerde
passeert mij op een oude racefiets
zijn pezige dunne onderdanen
doen denken aan paardenbenen.

het fietsenrek staat bij een portiek
slordige parkeerders worden geweerd
met een pictogram op de stoep:
streng verboden voor rijwielen.

bij het suizen van noppenbanden
ga ik opzij voor een mountainbiker
de bergen zijn hier slechts heuvels
zijn bolletjestrui lijkt nogal overdreven.

een oud echtpaar kijkt ingespannen
maar elk vanaf een ander standpunt
naar de bosrand en de vossenburcht
die daar verborgen schijnt te zitten.

het knerpend grint op het tuinpad
doet de buizerd wegvliegen
mijn hoofd draait met de vogel mee
mijn camera, die altijd loopt.

maandag 7 juli 2008

Drama

Drama

(camera steil omhoog gericht)
een smalle voetgangersbrug
in de nevel van een Russische stad
enkele pijlers zijn in restauratie

(camera met hoger standpunt)
een baardige oude man komt aanlopen
hij draagt een tas vol paperassen
en schreeuwt aldoor verwensingen

(camera zoomt in, volgt zijn bewegingen)
een waterige zon komt door de mist
de oude man wordt een silhouet
een stralenkrans omringt hem

(camera staat stil, maar trilt)
de man legt een touw om zijn nek
balt nog eens zijn vuist
pakt zijn aktentas en springt

(buiten beeld van de camera)
de aktentas valt in de diepte
het lichaam slingert heen en weer
telkens een brugpijler rakend

(camera zoomt nog eens in)
in het betongaas rond de brugpijler
zijn de beeltenis van Maria
en haar attributen bevestigd

de oude man is Solzjenitsyn
langzaam houdt het slingeren op
ver onder hem dwarrelen paperassen
(camera zoomt uit en draait weg).

zaterdag 5 juli 2008

Bolinder-Munktell


Bolinder - Munktell

op een rotonde zie ik in het voorbijgaan
het verleden in witte letters als naam
bewegend op een oude rode tractor
maar in de glans van deze eeuw:
             

             Bolinder - Munktell

ik proef deze welluidende naam
in weldadige verwondering
ik krijg de smaak in mijn mond
van koorts en kinderziekten
ik lig in bed met de bof
onder een wollen deken van AaBe
en troost mij met kijken in tractorfolders
Bolinder - Munktell, Deutz, Güldner
Fendt, Farmall, Fordson, Allgaier
hun namen vermengen zich met mijn speeksel
en laten mijn fantasie op hol slaan

zwetend treed ik uit, stijg op
en klapwiek naar het noorden
daar daalt de koorts met mij
in een veld van wuivend graan
op het zitje van een Bolinder - Munktell.



Het gedicht 'Bolinder - Munktell' werd in 2014 tweede
in de Bibliotheek van Groningen bij het thema VERWONDERING.



woensdag 2 juli 2008

Desmosedici

Desmosedici

ik heb vier titanium kleppen
in vier aluminium koppen
vier maal vier is zestien
in het Italiaans sedici

ik heb vier desmokoppen
zo wilde het mijn Schepper
vier gekoelde waterhoofden
elk een zogenaamde vierklepper

ik haal door vier kleppen adem
en blaas door vier kleppen uit
het geeft mij geweldige krachten
ik schiet als een raket vooruit

het openen en sluiten gaat wat komisch
mijn Schepper noemt dat desmodromisch
een aantal geharde stalen nokken
voorkomt ernstige kleppenbrokken

de herrie in mijn hoofden
het oorverdovende kabaal
bezorgt mij een zware migraine
de decibels slaan uit de schaal

ik heb vier desmodromische koppen
hiermee ben ik bijna niet te kloppen
de technische naam voor mijn tronie
moet luiden: Ducati D RR Desmosedici.

Mr. Tamburini

Mr. Tamburini

God schiep Hemel en Aarde
maar Massimo Tamburini ontwierp de Paso
volmaakte vloeiende vormen
rond twee cilinders in een haakse hoek
een donderend Ducati vooronder
in een elegante stroomlijn
gespoten in Ferrari-rood
boven een zwarte buik
die over het asfalt zweeft
met uitlaten van het merk Silentium
Italiaans understatement voor geluid
meer dat van een Parabellum pistool
met carburatie die kan hoesten
remschijven die gaan roesten
en in een slecht geschatte bocht
je linea recta via berm of boom
het hospitaal in sturen
of naar de Hemel bij Dr. Taglioni
de schepper van het motorblok
die in ruste orchideeën kweekte
in plaats van cavallini
voor het raspaard Paso
van Mr. Tamburini.

Gezichtsvermogen

Gezichtsvermogen

het regende wazige luchtballonnen
in dat optische openluchttheater
rekwisieten wankelden in de wind
een auto kwam daaruit naar voren
hij voerde gedoofde lichten
het was een rode DE SOTO
de auto deed een wens:
nog eenmaal een witte PACKARD zien

"geef mij een kus", zei de vrouw
die twee brillen over elkaar droeg
lang proefde ze hem met haar lippen
ze klaagde over haar gezichtsvermogen
het was min zeven in beide ogen
toch was ze mooi te noemen
ze kon me nauwelijks zien
al had ze zes zintuigen
ze keek in een gelaserd oog
en een met jeugdstaar
we zaten in een MERCEDES BENZ
en gaven ons over aan de verbeelding.

Cybernetica

Cybernetica

een zwaar beladen boot
dreunt zich een weg
door het kalme kanaal
half zichtbaar de inhoud:
geometrisch abstract schroot
via een bochtige omweg
die lijkt op een accolade
kan ik verderop vanaf een brug
de lading van boven zien
een warrige compositie van staal
door een slordige snijbrander
een roestige museumzaal
zonder bordjes en suppoosten
komt traag onder mij voorbij
haar naam is Cybernetica
zij is afkomstig uit Weesp

ik tuur op mijn translator
en zie dat stuurman in het Grieks
vertaald wordt als kybernetes
het schip vaart naar het westen
met een kunstwerk zonder titel
zonder zijn schipper Norbert Wiener
uitvinder van de stuurkunst: Cybernetica.

Podzol

Podzol

           podzol, soil, seele, ziel
als grondsoort bedekt zij half Europa
'podzol' is Russisch voor 'askleurig'
een dekzand bejubeld in het jaar 2007
de poster toont de bodemlagen
donkere humus kleurt haar grijs
gedwongen door het regenwater

           podzol, soil, seele, ziel
het is een schrale bodem
bekijk haar, graaf en spit
herken de tinten in de lagen
lichtgrijs voor gelukkige dagen
donkergrijs voor rampspoed
momenten dat de ziel in brand stond
er op het bloedend hart getrapt werd

           podzol, soil, seele, ziel
ze ligt naakt in het voorjaar
beschrijf haar met woorden
bewerk haar met de ploeg
bemest haar met de geest
bezaai haar breedwerpig
beplant haar vingerdiep
bedank haar in de herfst

           en in een natte winter
           neemt ze je stoffelijke resten
           en laat je tot podzol vergaan.


 Podzollaan te Ruurlo

Gehandicapte

Gehandicapte

terwijl ik mijn fiets leid aan de hand
word ik door een gehandicapte geroerd
hij staat te wiebelen op de trottoirband
het is een wilde eend, een woerd

eerst voelt hij met zijn rechterpoot
hoe diep het water is van die asfaltsloot
en als hij denkt daar te kunnen staan
komt ook het linkerbeen eraan

hij deint nog even na zo
net als een Deux Chevaux
en waggelt dan naar de wegas
alsof hij daar nooit weg was

het is een trotse minder valide
hij maakt mij behoorlijk timide
op een mountainbike lijk ik dan wel iets
maar in het koude water ben ik niets

hij trekt een arrogante snavel
boven zijn dik behaarde navel
vanwege het wringen van zijn wokkel
in het lijfje van een eendenmokkel

de trein uit Hengelo komt nader
ik denk aan de lichte dichter
die alle mannetjeseenden
liet uitstappen in Woerden

de zon gaat oranje ten onder
de woerd wordt langzaam een stip
hij denkt al aan een nieuwe wip
op het gehandicaptenvlonder.

Café Radstaak

Café Radstaak

ver weg in Vroomshoop, jaren vijftig
flashback weerspiegeld in het Zwolse Kanaal
staat het eenvoudige gebouw met fietsenrek
en volledige vergunning voor het lokaal

een van de ramen is een parallelogram
de zwaartekracht trok muren en kozijnen scheef
hier stond Frits Imberg geleund tegen zijn rijwiel
ik kan het niet laten: "God hebbe zijn ziel..."

alles aan het café lijkt krom te zijn
gezien vanaf de ophaalbrug op deze foto
alleen de daken wijken samen in een rechte lijn
naar het oosten richting grens en Sibculo

een foto van de zijkant toont een gammele plee
met in opdruk de tekst: Scheepsjagers WC
de mannen die hier uit kwamen rusten
van het trekken van zware vrachten
konden zich hier bedrinken en ontlasten

als ik inzoom via Google kan ik zien
dat het café van de aarde is verdwenen
op de plek van voorheen Café Radstaak
is slechts een lege parkeerplaats voor het volk
dat wil shoppen in Vroomshoop, jaren tien.

Armadillo


Armadillo

ik zit gegordeld tussen dieren
van meest betere komaf
ik klaag niet, ik constateer:
bij mij is die minder, bij hun meer

ze kwebbelen honderduit
ze zijn voornamelijk 'onder ons'
ze vangen elkaar de vliegen af
zoals jaloerse kameleons

de meeste dieren bedrijven cultuur
het is in feite hun eerste natuur
ze schilderen, schrijven, dichten, musiceren
je hoeft hun eigenlijk niks te leren

van buiten is het beest verbaal geharnast
van binnen een omgevallen boekenkast
er is maar weinig dat zo'n dier kan deren
behalve het intellectueel onteren

de dieren drinken wodka, wijn en water
soms heeft er een een glaasje bier
dat is dan misschien een lager dier
dat bang is voor een flinke kater

de dierengordel knort genoeglijk
maar ik zit liever zwijgzaam hier
ik voel me nogal onbehaaglijk
nabij het grachtengordeldier.

Vader en Zoon


Vader en Zoon

de zoon van de Gote Bard
is groter, gezetter en onzekerder
hij heeft een licht en een donker oog
geërfd van vader en van moeder

ze dragen beiden een baard en snor
van minsten zeven weken
de zoon klinkt jong en helder
maar de vader oud en schor
zijn mondhoeken bruin en strak
door het pruimen van tabak

er zijn geen foto's van dit optreden
en ook geen bootlegtapes
alleen deze vulpentekening van mij
op dun papier twee slagen gevouwen
eigenlijk een transparant triptiek

eerst zie je de ogen van de zoon
dan die van de vader in spiegelbeeld
dan vouw je Grote en Kleine Bard samen
en hoor je de hemelse klanken
waar je wel om kunt janken

daarna krijg je de geest.

Zanglijster

Zanglijster

piejoet, piejoet, piejoet
tuuduut, tuuduut, tuuduut,
pjiew, pjiew, pjiew
zang van zonsopgang
tot zonsondergang
zonder pauze onzichtbaar in de bosrand
maar luid en duidelijk hoorbaar
de kleine Turdus Philomelus
piejoet, piejoet, piejoet
tuuduut, tuuduut, tuuduut,
pjiew, pjiew, pjiew
zijn maaltijd van huisjesslakken
schijnt het altijd op dezelfde steen
kapot te laten smakken
het maakt zijn nest
heel glad van binnen
vanwege een tere huid
piejoet, piejoet, piejoet
tuuduut, tuuduut, tuuduut,
pjiew, pjiew, pjiew
het snerpt doordringend
komt riedelen in mijn hoofd
gaat zitten op mijn hersenstam
nu hoor ik het toch goed:
zijn rappende lokroep
is in het Nedersaksisch
bah bah, bah bah, bah bah
boh foi, boh foi, boh foi
mien duch, mien duch, mien duch
't is 'et vögeltjen van Hans Keuper
de zanger van 'Boh Foi Toch': 
Turdus Ceuperus.

Vel Satis

Vel Satis

Wij arriveerden
in een met donkerblauw bont beklede
Renault Vel Satis
Wij stapten uit en gingen naar binnen
via het washok
Wij gingen in nachtpon op de deel
zeer hoorbaar naar de wc
Wij verwonderden ons over de gelijkenis
in gekleurd grind van onze beeltenis
op boerderij 'Schilderink' en
op paleis 'Het Loo'
Wij zagen ons haar in watergolven
weerspiegeld in een wilde zee
Wij kuchten en koutten
op de zondagmiddagthee
Pluralis Majestatis
Vel Satis.

St. Louis Blues


St. Louis Blues

wij parkeerden de Cadillac
voor de winkel van de kruidenier
het interieur was beschilderd met pek
kennelijk een traditie hier

een dik winkelmeisje verscheen
ze keek ons droevig aan
een vleesgeworden 'spleen'

behalve ansichten met luchten van cyaan
verkocht zij ook sepiakleurige taferelen
uit levens die zomaar voorbij waren gegaan

ik pakte er wat van vrolijke intellectuelen
en ook een van een vliegmachien
geland op een zandstrand aan zee

Charles Lindbergh was nergens te zien
het meisje zong de 'St. Louis Blues'
wij neurieden zachtjes mee.

Intonarumori

Intonarumori

Intonarumori: Lawaaimachines
Luigi Russolo zwoer de verf af
en ging schilderen met geluid
uit vreemde apparaten

          de wind stormt
         in het holst van de nacht
         naar het einde van de winter
Ululatori: Loeiers
         lijnvliegtuigen brommen zacht
         en onophoudelijk knipperend
         naar hun bestemmingen
Ronzatori: Gonzers
         het huis krimpt krakend
         of zet het juist uit
         de radiator suist
Sibilatori: Sissers
         de dieselauto bezorgt
         bij de buren De Krant
         Voor Wakker Nederland
Rombatori: Dreuners
         een brommertje komt langs
         ik hoor het kilometers later nog
         het is zich nergens van bewust
Crepitatori: Knetteraars
         een helicopter choppert
         boven een militaire oefening
         geweerschoten klinken
Scoppiatori: Ontploffers
         kreunend wakker geworden
         poets ik elektrisch mijn tanden
         en spoel ze vervolgens met Odol
Gorgogliatori: Gorgelaars
         "Futurisme is Lawaai"
         schreef Marinetti in 1909
         honderd later zijn ze overal
Intonarumori: Lawaaimachines.

Berini

Berini

mijn eerste brommer
een zwarte Berini M21
ik moest er zuinig op zijn
de vorige eigenaar was
te vroeg gestorven neef Hennie

M21 is een sterrenhoop
ontdekt door Charles Messier in 1764

mijn eerste brommer
gaf mij vleugels
zoals het logo beloofde
ik werd van bleke rups
een snorrende nachtvlinder

mijn eerste brommer
met Pluvier motor
Encarwi carburateur
met roterende inlaat
maar zonder versnellingen

Pluvier betekent zoveel als regenvogel
maar ook losbol, lichtzinnige kerel

mijn eerste brommer in 1964
vervoerde mij slechts twee seizoenen
toen werd hij liefdeloos gedumpt
vervangen door een Sparta
met wel drie versnellingen

Bernd, Rinus en Nico
de makers van mijn Berini
en Hennie Luymes
zweven ergens in sterrenhoop M21
niet met het blote oog te zien.

Massey Ferguson

Massey Ferguson

het regende verschrikkelijk
die nacht op het platteland
de zandwegen waren veranderd
in glimmend bruine modderstromen
waarin Volkswagen Kevers
hulpeloos mee werden genomen

ik ging poolshoogte nemen
op mijn oude petroleumtractor
het was een schilderachtige chaos
in het bleke ochtendgloren
mensen en dieren (veel witte hondjes)
leken reddeloos verloren

op een heuvel probeerde ik
mobiel te bellen maar een
grote vrouw viel mij in de rede
ze eiste een plaats op de tractor
we gingen samen op weg
of liever: te water

er was geen verschil meer
tussen Holland en Schotland
de wielen maalden in de modder
we dreven tussen het vuilnis
op de Noordzee met onze namen
ik: Massey Harris en zij: Lady Ferguson
wij: Massey Ferguson.

Zijn Ding

Zijn Ding

         hij was al vroeg
met Meccano en Temsi
in de Ban van het Ding
zij construeerden zijn wereld
hij was hun leerling

         hij moest en zou
een bromfiets hebben
een blikje, wasknijpers en weckringen
knetterden hem via de spaken
naar glanzende overwinningen

         hij moest en zou
een sterrenkijker hebben
turend achter het statief
kwam alleen de maan wat dichterbij
de sterren bleven objectief

         hij moest en zou
een spoorweg hebben
het werd een cirkelvormig tracé
met het strak opgewonden treintje
draaide hij de saaie rondjes mee

         hij moest en zou
een skelter hebben
het werd een brommer
een rijwiel met hulpmotor
een bron van kwel en kommer

         nu is hij uitvaartverzorger
dat is eigenlijk 'zijn Ding'
op het autokerkhof ligt zijn werk
hij kent er wat van naam en merk

         James Dean in zijn Porsche
         Lady Di in haar Mercedes
         Ayrton Senna in zijn Williams
         en tussen hen de vele anoniemen
         die stierven in de Ban van hun Ding.