Wit
de aantrekkelijke Neerlandica in
een Pruisischblauwe jurk is gepromoveerd
op 'het wit in de poëzie'
wit tussen de regels brengen
op de witte wand is het beeld van de beamer
nog witter en die dode pixel het witst
zo helder als de poolster
wit tussen de regels uithalen
na het betoog over digitale poëzie
gaat een batterij tl-buizen branden
witter dan de smetteloze muur
gerezen wit (zwart blokje) wegnemen
de deelnemers aan de Poëziemarathon
dragen witte sjaals met rode opdruk
'Kunst is een Wedstrijd' loochenen zij
holwit (groot formaat hol zetsel)
de rode wijn gaat in een rode plastic beker
in witte schaaltjes liggen geroosterde pinda's
te wachten op witte tanden in roze tandvlees
tabelwit (wordt bewaard in 'geriefkast')
gesprekken over gedichten zijn genant
ze steken bleek af bij het stilzwijgen
het wit in de conversatie
formaatwit (groot stuk wit om zetsel in te sluiten)
buiten de zaal vriest het licht
bedekt poedersneeuw de straat
lijkt een witte poedel bijna geel
witrijzen (gevolg van 'slap' zetsel)
het wit kraakt onder mijn zolen
het is koud en verraderlijk glad
verstijft tot gips als ik niet oplet
kwadraatwit (vult uitgangsregel van alinea aan)
verandert in groezelige pekel
een strook sneeuw in de berm
in het waas van de volle maan
minder wit (spatie).